Pop-art is een kunststroming die begon in het jaar 1954 in het Verenigd Koninkrijk. Pop is afgeleid van het woord populair. De kunststroming was een kunststroming die zich niet meer richtte op de beperkte elite, maar de kunst naar de brede massa van vooral jongeren wilde brengen.
In Londen was de eerste tentoonstelling van pop-art. Een groep jonge kunstenaars (de groep heette independent) richtte de tentoonstelling in ''This is Tomorrow''. In de tentoonstelling stonden allerlei moderne elementen waardoor de massa kon worden bereikt zoals: reclame, films en foto's. Volgens de voorman van de jonge groep kunstenaars ''Richard Hamilton'' moet Pop-art:
- populair zijn, begrijpelijk voor iedereen
- het kunstwerk verspreiden
- goedkoop zijn, zodat de kunst betaalbaar is
- in serie worden gemaakt (niet 1 kunstwerk maken, maar het bijvoorbeeld laten drukken)
- een jong publiek aanspreken
- geen zwaar thema hebben, maar juist een grappig of luchtig thema en als het even kan moet het sexy zijn.
Pas in het begin van de jaren 60 kwam pop-art ook goed op gang in de Verenigde Staten. Vooral is voorwaarde 6 erg breed opgepakt door de Amerikaanse kunstenaars.
De technieken die de pop-art kunstenaars gebruikten breide erg uit door de ontwikkelingen in Amerika.
De technieken zijn:
- geschilderd
- gespoten
- gezeefdrukt
- andere manieren van vermenigvuldigd werk
Door deze technieken lijken de kunstwerken van deze stroming erg afstandelijk en koel. Dit is precies wat de kunstenaar wil. De meeste kunstwerken zijn betaalbaar komen soms inhoudsloos en onpersoonlijk over.
De kunstenaar Andy Warhol noemde zijn atelier zelfs fabriek, om de massaproductie te benadrukken.
In Amerika ontstaan 2 soorten pop-art:- Harde Pop: Ontstaat in New York, waar de harde onpersoonlijke cultuur van de stad het duidelijkst merkbaar is. Harde pop kun je herkennen aan de volgende aspecten:
Geen opmerkingen:
Een reactie posten